Mink DeVille – Live in Montreux (1982). Willy DeVille, pseudoniem van William Borsey (Stamford (Connecticut), 25 augustus 1950 – New York, 6 augustus 2009), was een Amerikaans zanger en liedjesschrijver. Hij maakte aanvankelijk naam als leadzanger van de band Mink DeVille en scoorde met deze band in 1977/1978 de internationale hit Spanish stroll en in 1984 de hit Each word’s a beat of my heart.
Casino de Montreux, Zwitserland, 13 juli 1982.
Willy DeVille, pseudoniem van William Borsey (Stamford (Connecticut), 25 augustus 1950 – New York, 6 augustus 2009), was een Amerikaans zanger en liedjesschrijver. Hij maakte aanvankelijk naam als leadzanger van de band Mink DeVille en scoorde met deze band in 1977/1978 de internationale hit Spanish stroll en in 1984 de hit Each word’s a beat of my heart. Als tiener speelde Willy in een band, Billy and the Kids genaamd. Hij verhuisde naar Londen waar hij een band wilde beginnen, maar slaagde er niet in muzikanten met eenzelfde visie te vinden. Uiteindelijk belandde hij in San Francisco, waar hij een band oprichtte samen met Ruben Siguenza en drummer Tom “Manfred” Allen. De band trad op onder de namen Billy DeSade & the Marquis en de Lazy Eights voordat ze de naam Mink DeVille aannamen. De band verhuisde naar New York, waar ze een rol speelde als een van de pioniers van de punk. Ze was een van de oorspronkelijke huisbands van CBGB, de New Yorkse nachtclub die een grote rol heeft gespeeld in het ontstaan van punkmuziek, midden jaren 70, denk hierbij bijvoorbeeld aan de popgroep Blondie, met zangeres Deborah Harry.
Privé
Composities van DeVille zijn vaak gevuld met romantische overtuiging en hunkering. Latin, bluesriffs en invloeden van country zijn te herkennen. Spanish stroll was een internationale hit in 1978. Storybook Love (genomineerd voor een Academy Award in 1987) is gebruikt in de film The Princess Bride. DeVilles Just to Walk that Little Girl Home (geschreven met Doc Pomus) in de film The Pope of Greenwich Village en It’s So Easy in de film Cruising. Storybook Love staat op het door Mark Knopfler (Dire Straits) geproduceerde album “Miracle” (Polydor), zijn allereerste soloalbum nadat de band Mink DeVille failliet was verklaard. DeVille was van 1980 tot 2000 verslaafd aan heroïne, wat zijn carrière beïnvloed heeft. Hij was drie maal getrouwd, eerst met Susan ‘Toots’ Berle. Met haar had hij een zoon, Sean. Zijn tweede vrouw was Lisa Leggett (die in 2001 zelfmoord pleegde) en zijn derde vrouw was Nina Lagerwall. In juni 2009 is hij in New York overleden.
Voetnoot
- Meer:
- Bronnen: funkystuff.org
- Uitgaand: Paradiso (Amsterdam), 013 (Tilburg)
- Zoekwoorden: