De aanleg van het Wilhelminakanaal was een werkverschaffingsproject en het kanaal werd voornamelijk met de hand gegraven. Het Wilhelminakanaal is 68 kilometer lang, 25 tot 30 meter breed en gemiddeld meer dan 2 meter diep.
Het kanaal is in 1923 in gebruik genomen en loopt van de de Zuid-Willemsvaart bij Laarbeek naar de Amer bij Geertruidenberg.
Pas in de laatste fase van de aanleg kregen de arbeiders hulp van een machine: een zogenaamde excavateur. Een grote graafmachine die met stoom aangedreven werd.
De excavateurs die ingezet werden bij het graven van het kanaal hadden eerder dienst gedaan tijdens de eerste wereldoorlog bij het graven van loopgraven. Toen de oorlog voorbij was, waren ze werkloos geworden en konden ze o.a. in Tilburg ingezet worden.
De stoom die nodig was om de execateurs aan te drijven en te laten graven werd opgewekt met een stoommachine. En die stoommachine had een heel lange schoorsteen die in de volksmond de naam Lange Jan kreeg. Toen het kanaal gereed was hield het stukje Moerenburg waar de stoommachine met schoorsteen had gestaan de naam Lange Jan. De plas zoals we die nu kennen was er nog niet.
- Meer:
- Bronnen: funkystuff.org
- Uitgaand: Regionaal Archief Tilburg (RAT)
- Zoekwoorden: