Tilburgseweg, Moergestel.
Het landhuis Zonnewende is in 1922 als bestek 148 naar plannen van K.P.C. de Bazel gebouwd voor de fabrikant Adolf Leonard (F.A.L.) (Dolf) van den Bergh jr. (1879-1956), de oprichter van de textielfabriek AaBe te Tilburg. Het terrein nabij het Galgenven was al sinds 1811 in bezit van de oorspronkelijk uit Dordrecht afkomstige familie. Het pand is uitgevoerd in een stijl die een mengeling is van Traditionalisme en Rationalisme. Na een brand in 1937 is het huis dat oorspronkelijk van een rieten dak was voorzien volgens de bestaande tekeningen in de oude trant herbouwd. Het gebouw is ca. 1990 uitgebreid met een nieuwe vleugel in de trant van het bestaande huis. Deze vleugel welke ter plaatse van de voormalige keuken op het hoofdgebouw aansluit valt buiten de bescherming. Een aan de linkerzijde van het huis gelegen kassencomplex, door een loopgang ermee verbonden, was al eerder afgebroken. Het gebouw ligt in een groots opgezet park in Engelse landschapsstijl met oprijlaan en aan de achterzijde gazons, dat aan de westzijde door middel van een vijver en groepen van oudere beuken, eiken en linden overgaat in het cultuurland.
Tweelaags landhuis onder samengesteld schilddak met daktegels gedekt en voorzien van een dakruiter. Het huis heeft een symmetrische opbouw met een noord-zuid gericht hoofdblok onder hoog schilddak en aan de oostelijke voorgevel en de westelijke achtergevel uitspringende hoekrisalieten met lagere schilddaken. De noordelijke risaliet aan de achtergevel heeft een zevenzijdige sluiting, welke terugkeert in de risaliet aan de zuidelijke zijgevel. Rechts van de voorgevel is de noordelijke hoekrisaliet breder uitgebouwd tot een tweelaags dienst- en keukenvleugel, die sinds de uitbreiding haast naadloos overgaat in de in dezelfde trant opgetrokken omvangrijke noordelijke zijvleugel.
Het in Vlaams verband in imitatie handvorm baksteen opgetrokken huis heeft een granieten plint met rustica bewerking en dito cordonlijst onder de ramen van de verdieping. Het schilddak heeft een breed overstek met mastgoot en dakkapellen onder schilddakjes met bolkozijnen. De dakruiter is achthoekig en heeft een meloenkoepel met windwijzer als bekroning. Op de hoeken van het dak hoge schoorstenen in gegroefde baksteen. De ramen bestaan in het hoofdblok en de risalieten deels uit smalle en hoge kloosterkozijnen gevuld met spiegelglas en glas-in-lood in de bovenlichten. In de keukenvleugel en in de hoekrisaliet aan de achterzijde zijn deze ramen deels gekoppeld tot twee- en drielichten. In de ingangsrisaliet en midden in de achtergevel zijn ze gecombineerd met openslaande balkondeuren. De ramen bestaan uit houten schuiframen met aan de binnenzijden houten rolluiken, welke geplaatst zijn in rolluikkasten boven de kozijnen en aan de buitenzijde messing ramen waarvan de onderlichten naar boven scharnieren. De voorgevel heeft een middenrisaliet met in het dakvlak een hoge topgevel met ruitvormige gemetselde siermotieven in dunne daktegels. Voor de risaliet een oorspronkelijk open entreeportaal met dubbele baksteenkolommen en rondbogen die een graatgewelf dragen. Bij de verbouwing is dit portaal voorzien van glazen tochtdeuren, waarachter de dubbele openslaande voordeur gehandhaafd is. Links en rechts is de ruimte tussen portaal en hoekrisalieten opgevuld met blokvormige spreekkamers met tweedelige kozijnen en iets lagere tussenleden met witte houten bekleding. De keukenvleugel heeft zijn functie verloren en is aan de voorzijde voorzien van een nieuwe driedelige erker met schilddak. Aan de achterzijde is het middengedeelte geaccentueerd door een tussen de risalieten geplaatst terras waarboven een balkon. In het midden hier een driedelige erker met breed middenraam en toegangsdeuren, alles uitgevoerd in messing en granieten lijsten en banden. Op twee aan twee gekoppelde bakstenen kolommen rusten in kiezelbeton uitgevoerde lateien die de borstwering van het balkon dragen. Over de gehele breedte een met granieten trap en keermuren in het park overlopend terras geplaveid met flagstones.
Inwendig is het gedeeltelijk onderkelderde huis voorzien van een betonvloer op de begane grond en houten balklagen op de verdiepingen. Het geheel is grotendeels intact gebleven. Vele ruimten hebben parketvloeren, lambriseringen, paneeldeuren en stucplafonds, naar ontwerpen van de architect. In de kelder een uit 1937 daterende luchtbevochtigings- en koelinstallatie die nog steeds functioneert en door middel van een electromotor van Meichinger en Cie. aangedreven wordt. Vestibule voorzien van zeshoekige marmeren vloertegels en lambrisering met symmetrisch geplaatste zeshoekige panelen van wit geaderd marmer met in zwart marmer uitgevoerde plinten. Zeshoekige geajoureerde openingen voor de verwarming. Links en rechts toiletgroep en garderobe met marmeren lambrisering en glas-in-loodramen. Originele wastafel met kranen. Centrale hal met driedelige indeling, fraai gesneden dubbele deuren, parketvloer, plafond met eiken moer- en kinderbinten, haardpartij en smeedijzeren wijzerplaat, verbonden met de windwijzer op het dakruitertje. Brede erker, uitziend op het terras door middel van een in de borstwering te verzinken raam. Vanuit deze hal en de ervoor gelegen gang zijn de overige kamers en het trappenhuis te bereiken. Links aan de voorzijde de voormalige kinderkamer met veelhoekige erker, natuurstenen haardpartij en dubbele schuifdeuren die respectievelijk van ingelegde houten panelen en van glas-in-lood zijn voorzien en toegang geven tot de ruime huiskamer met haardpartij en bankjes. Rechts aan de voorzijde de voormalige thans verbouwde keuken. Aansluitend aan de middenhal de langgerekte veelhoekig gesloten eetkamer en aansluitend de herenkamer met erker. Beide ruimten hebben betimmeringen in diverse houtsoorten en zijn voorzien van ingebouwde kasten met glasdeuren en haardpartijen in natuursteen. De op de eetkamer aansluitende keuken is thans niet meer aanwezig. De grote kamers op de verdieping waren oorspronkelijk bestemd als slaap-, kinder- en logeerkamer. Ze zijn bereikbaar via een trappenhuis in de rechtervleugel, zijn door middel van scheidingswanden verkleind, maar behielden daarbij de parketvloeren, stucplafonds en in donkere houtsoorten uitgevoerde betimmeringen van radiatoren, raamomlijstingen, plinten en deuren. Boven de entree de vroegere kamer van mevrouw met deur met dredelig bovenlicht in glas-in-lood, lambrisering en driedelige getraceerde houten kastnis en boekenkast. In de linker voorkamer een nis met originele wastafel. De kamers zijn toegankelijk door een H-vormig gangenstelsel. Op zolder enkele kamers met houten binnenluikjes.
Het landhuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als uitdrukking van de sociaal-economische en landschappelijke ontwikkeling, als vertegenwoordiger van een door een rijke fabrikant gebouwde buitenplaats in een landelijk dorp in de nabijheid van de industriestad Tilburg. Het gebouw heeft architectuurhistorische waarde vanwege het de plaats in het late werk van de architect K.P.C. de Bazel en is tevens van belang vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Het heeft ensemblewaarden vanwege de kwaliteit van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met de omliggende groenvoorzieningen, waaronder met nadruk het ruime park moet worden genoemd. Het is gaaf bewaard gebleven.
Voetnoot
- Meer: Stamboom families van den Bergh en Krabbendam (BeKa en AaBe)
- Bronnen: funkystuff.org
- Uitgaand: Nieuws
- Zoekwoorden: Villa, landgoed